De functies And, Or en Not

Van toepassing op: Canvas-apps Dataverse-formulekolommen Bureaubladstromen Modelgestuurde apps Power Platform CLI

Booleaanse logische functies die meestal worden gebruikt om de resultaten van vergelijkingen en tests te manipuleren.

Beschrijving

De functie And retourneert true als alle argumenten true zijn.

De functie Or retourneert true als een van zijn argumenten true is.

De functie Not retourneert true als het argument ervan false is en retourneert false als het argument true is.

Deze functies werken op dezelfde manier als in Excel. U kunt ook operators gebruiken om dezelfde bewerkingen uit te voeren met de syntaxis van Visual Basic of JavaScript:

Functienotatie Notatie Visual Basic-operator Notatie JavaScript-operator
And ( x, y ) x And y x && y
Or( x, y ) x Or y x || y
Not( x ) Not x ! x

Deze functies weken met logische waarden. U kunt niet rechtstreeks een nummer of een tekenreeks aan ze doorgegeven. U moet in plaats daarvan een vergelijking of test maken. De logische formule x > 1 resulteert bijvoorbeeld in de booleaanse waarde true als x groter is dan 1. Als x kleiner is dan 1, resulteert de formule in false.

Syntaxis

And( LogischeFormule1, LogischeFormule2 [, LogischeFormule3, ... ] )
Or( LogischeFormule1, LogischeFormule2 [, LogischeFormule3, ... ] )
Not( LogischeFormule )

  • LogicalFormula(s): vereist. Logische formules die moeten worden geĆ«valueerd en waarop de bewerking moet worden toegepast.

Voorbeelden

In de voorbeelden in deze sectie worden deze globale variabelen gebruikt:

  • a = false
  • b = true
  • x = 10
  • y = 100
  • s = "Hello World"

Als u deze globale variabelen in een app wilt maken, voegt u een besturingselement Button in en stelt u de eigenschap OnSelect van dit element in op deze formule:

Set( a, false ); Set( b, true ); Set( x, 10 ); Set( y, 100 ); Set( s, "Hello World" )

Selecteer de knop (door erop te klikken terwijl u de Alt-toets ingedrukt houdt) en stel vervolgens de eigenschap Text van een besturingselement Label in op een formule in de eerste kolom van de volgende tabel.

Formule Beschrijving Resultaat
And( a, b ) Test de waarden van a en b. Een van de argumenten is false, dus de functie retourneert false. false
a And b Hetzelfde als in het vorige voorbeeld met de Visual Basic-notatie. false
a && b Hetzelfde als in het vorige voorbeeld met de JavaScript-notatie. false
Or( a, b ) Test de waarden van a en b. Een van de argumenten is true, dus de functie retourneert true. true
a Or b Hetzelfde als in het vorige voorbeeld met de Visual Basic-notatie. true
a || b Hetzelfde als in het vorige voorbeeld met de JavaScript-notatie. true
Not( a ) Test de waarde van a. Het argument is false, dus de functie retourneert het tegenovergestelde resultaat. true
Not a Hetzelfde als in het vorige voorbeeld met de Visual Basic-notatie. true
! a Hetzelfde als in het vorige voorbeeld met de JavaScript-notatie. true
Len( s ) < 20 And Not IsBlank( s ) Test of de lengte van s minder is dan 20 en of het geen lege waarde is. De lengte is minder dan 20 en de waarde is niet leeg. Daarom is het resultaat true. true
Or( Len( s ) < 10, x < 100, y < 100 ) Test of de lengte van s minder is dan 10, of x minder is dan 100 en of y minder is dan 100. Het eerste en derde argument zijn false, maar het tweede is true. Daarom retourneert de functie true. true
Not IsBlank( s ) Test of sleeg is, wat false retourneert. Not resulteert in het tegenovergestelde van dit resultaat, namelijk true. true