Share via


COUNT

Van toepassing op: Berekende kolomBerekende tabelMetingVisuele berekening

Telt het aantal rijen in de opgegeven kolom die niet-lege waarden bevatten.

Syntaxis

COUNT(<column>)  

Parameters

Term Definitie
column De kolom die de waarden bevat die moeten worden geteld.

Retourwaarde

Een geheel getal.

Opmerkingen

  • Het enige argument dat is toegestaan voor deze functie is een kolom. Met de functie COUNT worden rijen geteld die de volgende soorten waarden bevatten:

    • Nummers
    • Datums
    • Tekenreeksen
  • Wanneer de functie geen rijen vindt die moeten worden geteld, wordt een lege waarde geretourneerd.

  • Lege waarden worden overgeslagen. TRUE/FALSE-waarden worden niet ondersteund.

  • Als u een kolom met WAAR/ONWAAR-waarden wilt evalueren, gebruikt u de functie AANTALARG.

  • Deze functie wordt niet ondersteund voor gebruik in de DirectQuery-modus wanneer deze wordt gebruikt in regels voor beveiliging op rijniveau (berekende kolommen of beveiliging op rijniveau).

  • Zie COUNTROWS gebruiken in plaats van COUNT voor aanbevolen procedures bij het gebruik van COUNT.

Opmerking

In het volgende voorbeeld ziet u hoe u het aantal waarden in de kolom ShipDate kunt tellen.

= COUNT([ShipDate])  

Als u logische waarden of tekst wilt tellen, gebruikt u de functies COUNTA of COUNTAX.

AANTALARG, functie
COUNTAX, functie
COUNTX, functie
Statistische functies