Delivery Optimization-instellingen in Microsoft Intune

Van toepassing op:

  • Windows 10
  • Windows 11

Gebruik met Intune delivery optimization-instellingen voor uw Windows-apparaten om het bandbreedteverbruik te verminderen wanneer die apparaten toepassingen en updates downloaden. Configureer Delivery Optimization als onderdeel van uw apparaatconfiguratieprofielen.

In dit artikel wordt beschreven hoe u delivery optimization-instellingen configureert als onderdeel van een apparaatconfiguratieprofiel. Nadat u een profiel hebt gemaakt, wijst u dat profiel toe of implementeert u dit op uw Windows-apparaten.

Zie Delivery Optimization-instellingen voor Intune voor een lijst met delivery optimization-instellingen die door Intune worden ondersteund.

Zie Delivery Optimization-updates in de Windows-documentatie voor meer informatie over Delivery Optimization in Windows 10 en Venster 11.

Het profiel maken

  1. Meld u aan bij het Microsoft Intune-beheercentrum.

  2. Selecteer Apparaten>Configuratie>maken.

  3. Geef de volgende eigenschappen op:

    • Platform: selecteer Windows 10 en hoger.
    • Profieltype: Selecteer Sjablonen>Delivery Optimization.
  4. Selecteer Maken.

  5. Voer in Basis de volgende eigenschappen in:

    • Naam: voer een beschrijvende naam in voor het nieuwe profiel.
    • Beschrijving: voer een beschrijving in voor het profiel. Deze instelling is optioneel, maar wordt aanbevolen.
  6. Selecteer Volgende.

  7. Op de pagina Configuratie-instellingen definieert u hoe u updates en apps wilt downloaden. Zie Delivery Optimization-instellingen voor Intune voor meer informatie over beschikbare instellingen.

    Wanneer je klaar bent met het configureren van instellingen, selecteer je Volgende.

  8. Selecteer op de pagina Bereik (tags)bereiktags selecteren om het deelvenster Tags selecteren te openen om bereiktags toe te wijzen aan het profiel.

    Selecteer Volgende om door te gaan.

  9. Selecteer op de pagina Toewijzingen de groepen die dit profiel ontvangen. Zie Gebruikers- en apparaatprofielen toewijzen voor meer informatie over het toewijzen van profielen.

    Selecteer Volgende.

  10. Gebruik op de pagina Toepasbaarheidsregels de opties Regel, Eigenschap en Waarde om te definiëren hoe dit profiel van toepassing is binnen toegewezen groepen.

  11. Kies op de pagina Controleren en maken de optie Maken zodra u klaar bent. Het profiel wordt gemaakt en wordt weergegeven in de lijst.

De volgende keer dat elk apparaat wordt ingecheckt, wordt het beleid toegepast.

Volgende stappen

Nadat u het profiel hebt toegewezen, controleert u de status ervan.

Bekijk de delivery optimization-instellingen voor Intune.