Delen via


Entiteitsrelatiegedrag

 

Gepubliceerd: november 2016

Is van toepassing op: Dynamics CRM 2015

Wanneer een één-op-veel-entiteitsrelatie bestaat, is er trapsgewijs geordend gedrag dat kan worden geconfigureerd om de gegevensintegriteit te bewaren en bedrijfsprocessen te automatiseren. In dit onderwerp worden enkele belangrijke concepten uitgelegd en wordt beschreven hoe u dit trapsgewijs geordend gedrag kunt configureren.

Voordat wordt beschreven hoe u gedrag van entiteitsrelaties kunt configureren, is het nuttig om te bedenken hoe deze in uw bedrijf worden toegepast. Drie belangrijke concepten zijn:

  • Behoud van gegevensintegriteit

  • Bedrijfsprocessen automatiseren

  • Trapsgewijs geordend gedrag

In dit onderwerp

Behoud van gegevensintegriteit

Bedrijfsprocessen automatiseren

Trapsgewijs geordend gedrag

Entiteitsrelatiegedrag configureren

Behoud van gegevensintegriteit

Elke entiteit kan regels hebben die een geldige record definiëren. Zo moet bijvoorbeeld een Microsoft Dynamics 365-verkoopkansrecord een verwijzing naar een potentiële klant bevatten. Gebruikers kunnen geen nieuwe verkoopkansrecord maken zonder een bestaande klant toe te voegen of een nieuw klantenrecord te maken.

Wat moet u echter doen als het account of de contactpersoon die de klant vertegenwoordigt wordt verwijderd? In een dergelijk geval zijn de mogelijke alternatieven:

  • Het beperken van elke poging om een klantenrecord te verwijderen waaraan een verkoopkans is gekoppeld.

  • Het trapsgewijs doorgeven van de verwijderactie wanneer een corresponderende klantenrecord wordt verwijderd zodat alle gerelateerde verkoopkansrecords automatisch worden verwijderd.

In Microsoft Dynamics 365 voor de een-op-veel-relaties dei verkoopkansen koppelen aan klanten, zoals Opportunity.opportunity_customer_accountsContact.opportunity_customer_contacts, wordt de verwijderactie trapsgewijs uitgevoerd.

Als u uw gegevens modelleert voor gebruik in Microsoft Dynamics 365, zijn er vergelijkbare beslissingen beschikbaar voor het handhaven van de gegevensintegriteit.

Bedrijfsprocessen automatiseren

Uw bedrijfsprocessen vereisen mogelijk dat u acties uitvoert op records die gerelateerde records bevatten. Zo moet u bijvoorbeeld mogelijk een account toewijzen aan een nieuwe verkoper. Als dat recordtype account verkoopkansrecords bevat, zijn enkele opties beschikbaar zoals:

  • Doe niets. De verkoopkansen moeten het eigendom blijven van de personen die eraan werken.

  • Wijs alle verkoopkansen aan de nieuwe verkoper toe. Als nieuwe eigenaar van deze accountrecord is de verkoper nu verantwoordelijk voor alle verkoopkansen met betrekking tot die account.

  • Wijs alleen de actieve verkoopkansen voor de nieuwe verkoper toe. Behoud de eigenaar voor alle niet-actieve verkoopkansrecords voor rapportagedoeleinden.

  • Wijs alleen de verkoopkansen die het eigendom van de vorige accounteigenaar waren toe aan de nieuwe verkoper. Hierdoor kan de nieuwe verkoper de vorige eigenaar vervangen.

Dit zijn algemene opties die u kunt configureren met entiteitsrelatiegedrag in Microsoft Dynamics 365. Als u verschillende gedragingen vereist kunt u overwegen een oplossing aan te schaffen die het gedrag bevat dat u nodig hebt of een invoegtoepassing te ontwikkelen om aanvullende opties te bieden.

Trapsgewijs geordend gedrag

Deze configuratieopties worden trapsgewijs geordend gedrag genoemd omdat trapsgewijs de hiërarchie van verwante entiteiten doorlopen. Als bijvoorbeeld door het verwijderen van een account verwante verkoopkansen worden verwijderd, hoe staat het dan met de activiteiten die aan de verkoopkans zijn gekoppeld? In Microsoft Dynamics 365 worden deze eveneens verwijderd in elk van de entiteitsrelaties voor entiteiten van het activiteitstype.

Niet alle entiteiten worden echter op deze manier behandeld. Orders en facturen bevatten bijvoorbeeld belangrijke zakelijke gegevens die niet per ongeluk mogen worden verwijderd. Hiervoor is entiteitsrelatiegedrag geconfigureerd om het verwijderen van klant- of verkoopkansrecords waaraan zij zijn gekoppeld te beperken. Voordat u de klant of verkoopkans kunt verwijderen die een gerelateerde order- of factuurrecord heeft, moet u eerst de order of factuur verwijderen.

Houd bij het modelleren van uw zakelijke gegevens door aangepaste entiteiten te maken of bij het gebruiken van de bestaande Microsoft Dynamics 365-systeementiteiten rekening met het vereiste gedrag en de implicaties voor de volledige hiërarchie van gerelateerde entiteiten.

Bovenliggende entiteitsrelaties

Elk paar entiteiten dat in aanmerking komt voor een 1:N-relatie kan meerdere onderlinge 1:N-relaties hebben. Toch kan slechts één van deze relaties als een bovenliggende entiteitsrelatie worden beschouwd. Zie TechNet: Aanpasbare bovenliggende entiteitsrelaties voor een lijst van alle aanpasbare bovenliggende entiteitsrelaties.

Een bovenliggende entiteitsrelatie is elke 1:N-entiteitsrelatie waarbij een van de trapsgewijze opties (die zijn gedefinieerd in CascadeType) in de kolom Bovenliggend van de volgende tabel true is.

Actie

Bovenliggend

Not Parental

Delete

Cascade

RemoveLink
Restrict

Delen

Cascade
UserOwned
Active

NoCascade

Delen opheffen

Cascade
UserOwned
Active

NoCascade

Toewijzen

Cascade
UserOwned
Active

NoCascade

Nieuw bovenliggend element

Cascade
UserOwned
Active

NoCascade

Elke verwijzende entiteit in een 1:N-entiteitsrelatie heeft één verwijzendn kenmerk waarbij de relatie als bovenliggend kan worden beschouwd.

Als u bijvoorbeeld een nieuwe aangepaste entiteit maakt en een 1:N-entiteitsrelatie toevoegt met de accountentiteit waarbij uw aangepaste entiteit de verwijzende entiteit is, kunt u de acties voor dieentiteitsrelatie configureren voor het gebruik van opties in de kolom Bovenliggend. Als u later nog een 1:N-entiteitsrelatie toevoegt met uw aangepaste entiteit als verwijzende entiteit kunt u alleen de acties configureren om de opties in de kolom Niet bovenliggend te gebruiken.

Meestal betekent dit dat voor elk entiteitpaar er slechts één bovenliggende relatie is. Er zijn enkele situaties waarbij het verwijzende kenmerk een verwijzing naar meer dan één entiteitstype kan bevatten.

Zo heeft bijvoorbeeld de entiteit Opportunity een verwijzend kenmerk genaamd customerid waarbij een verwijzing naar een recordtype account of contactpersoon kan worden opgeslagen. Er zijn twee afzonderlijke bovenliggende 1:N-entiteitsrelaties in dit geval.

Elke activiteitsentiteit, bijvoorbeeld een taak, fax, telefoongesprek enzovoort, heeft een vergelijkbare set bovenliggende entiteitsrelaties voor entiteiten die kunnen worden gekoppeld via het verwijzende kenmerk regardingobjectid.

Entiteitsrelatiegedrag configureren

Als u CreateOneToManyRequest of UpdateRelationshipRequest gebruikt, neemt u een exemplaar van een klasse OneToManyRelationshipMetadata op in de tekst van de aanvraag. In de eigenschap CascadeConfiguration van die klasse gebruikt u de klasse CascadeConfiguration.

De klasse CascadeConfiguration bevat de eigenschappen die acties vertegenwoordigen die kunnen worden uitgevoerd op de entiteit waarnaar wordt verwezen in de één-op-veel-entiteitsrelatie. Aan elke eigenschap kan één van de waarden van de opsomming CascadeType worden toegewezen.

Waarde

Toepassingslabel

Beschrijving

Actief

Act. it. trapsgewijs

Voer de actie uit op alle actieve verwijzende entiteitsrecord die zijn gekoppeld aan de entiteitsrecord waarnaar wordt verwezen.

Trapsgewijs

Alle it. trapsgewijs

Voer de actie uit op alle verwijzende entiteitsrecord die zijn gekoppeld aan de entiteitsrecord waarnaar wordt verwezen.

NoCascade

Geen it. trapsgewijs

Niets doen.

RemoveLink

Koppeling wissen

Verwijder de waarde van het verwijzende kenmerk voor alle verwijzende entiteitsrecords die zijn gekoppeld aan de entiteitsrecord waarnaar wordt verwezen.

Beperken

Beperken

Voorkom dat de entiteitrecord waarnaar wordt verwezen wordt verwijderd wanneer er verwijzende entiteiten bestaan.

UserOwned

Items waarvan gebruiker eigenaar is trapsgewijs ordenen

Voer de actie uit op alle verwijzende entiteitsrecords die het eigendom zijn van dezelfd gebruiker als de entiteitsrecord waarnaar wordt verwezen.

De klasse CascadeConfiguration bevat de v olgende eigenschappen die acties vertegenwoordigen die kunnen worden uitgevoerd op de entiteit waarnaar wordt verwezen in de één-op-veel-entiteitsrelatie.

Actie

Beschrijving

Geldige opties

Assign

De eigenaar van de entiteitsrecord waarnaar wordt verwezen wordt gewijzigd.

Active
Cascade
NoCascade
UserOwned

Delete

De entiteitsrecord waarnaar wordt verwezen wordt verwijderd.

Notitie

De opties voor deze actie zijn beperkt.

Cascade
RemoveLink
Restrict

Merge

De record wordt samengevoegd met een andere record.

Notitie

Trapsgewijs is de enige geldige optie voor het samenvoegen van entiteiten waarnaar wordt verwezen. In andere situaties gebruikt u NoCascade.

Cascade
NoCascade

Reparent

Zie Info over de actie Nieuw bovenliggend element hieronder.

Active
Cascade
NoCascade
UserOwned

Share

Wanneer de entiteitsrecord waarnaar wordt verwezen wordt gedeeld met een andere gebruiker.

Active
Cascade
NoCascade
UserOwned

Unshare

Als het delen wordt verwijderd voor de entiteitsrecord waarnaar wordt verwezen.

Active
Cascade
NoCascade
UserOwned

Info over de actie Nieuw bovenliggend element

De actie Nieuw bovenliggend element lijkt veel op de actie voor delen, alleen heeft deze betrekking op de overgenomen rechten voor leestoegang in plaats van op expliciete rechten voor leestoegang.

Notitie

Voor meer informatie over overgenomen toegangsrechten raadpleegt Hoe op records gebaseerde beveiliging kan worden gebruikt om toegang tot records te beheren in Microsoft Dynamics CRM 2015, en danAccess vooral de sectie Delen en overname.

De actie Nieuw bovenliggend element wordt gebrukt als u de waarde van het verwijzende kenmerk in een bovenliggende relatie wijzigt. Als zich een actie Nieuw bovenliggend element voordoet, verandert het gewenste bereik van de overgenomen toegangsrechten voor lezen voor gerelateerde entiteiten mogelijk. De trapsgewijze acties in verband met de actie Nieuw bovenliggend element verwijzen naar wijzigingen in de toegangsrechten voor lezen voor de entiteitsrecord en alle entiteitsrecord die hieraan gerelateerd zijn. Voor meer informatie over hoe een entiteitsrelatie wordt geconfigureerd om bovenliggend te zijn, raadpleegt u Bovenliggende entiteitsrelaties.

Zo is er bijvoorbeeld een bovenliggende relatie tussen Verkoopkans en Account op basis van het verwijzende kenmerk CustomerId. Als u de eigenaar van een account bent en er een verkoopkans aan die account is gekoppeld, neemt u de toegangsrechten voor lezen voor die verkoopkans en alle records die hieraan zijn gekoppeld over. Als de verwijzende kenmerkwaarde CustomerId voor de verkoopkans wordt gewijzigd om te verwijzen naar een ander account, neemt de eigenaar van dat account toegangsrechten voor lezen voor de verkoopkans over als de actie Nieuw bovenliggend element de waarde Cascade heeft. U kunt deze automatische overname van toegangsrechten voor lezen uitschakelen als u de actie Nieuw bovenliggend element instelt op NoCascade. U kunt de opties Active of UserOwned gebruiken om filters op te geven waarmee wordt bepaald welke records worden beïnvloed door de wijziging in toegangsrechten. Voor records die zijn gerelateerd aan de verkoopkans via een bovenliggende relatie, wordt de actie Nieuw bovenliggend element, trapsgewijs doorgevoerd in deze entiteitsrelaties en worden toegangsrechten voor lezen overgenomen op basis van de filters die zijn ingesteld voor de actie Nieuw bovenliggend element.

Zie ook

Eén-op-veel relaties
Breid het metagegevensmodel uit
Metagegevens van entiteiten aanpassen
Metagegevens van entiteitskenmerken aanpassen
Aanpassen metagegevens van entiteitsrelaties
Entiteit en kenmerktoewijzingen aanpassen
Labels aanpassen om meerdere talen te ondersteunen
Hoe op records gebaseerde beveiliging kan worden gebruikt om toegang tot records te beheren in Microsoft Dynamics CRM 2015
Voorbeeld: Entiteitsrelaties maken en ophalen

© 2017 Microsoft. Alle rechten voorbehouden. Auteursrecht